Er zijn mensen genoeg die denken dat je als verkoper geboren moet worden en dat leren of trainen weinig zin heeft. Dat getuigt van respect voor het talent, maar doet af aan de deskundigheid en het vakmanschap die er bij komen kijken.
Als je niet voor verkoper in de wieg gelegd bent, dan zou je het beter maar kunnen opgeven? Onze economie zou slecht af zijn als dat waar was. Er is bijna geen organisatie waar de verkoopdiscipline niet succesfactor nummer een is.
Verkopen is overal belangrijk, maar heeft vaak een andere naam. Het gaat dan over: marktontwikkeling, relatiemanagement, netwerken, acquisitie, externe gerichtheid of ondernemerschap.
Het accent ligt bij al deze termen vaak net anders, maar het komt op hetzelfde neer. Uiteindelijk draait het in de meeste bedrijfsstrategieën en productplannen om meer verkopen, meer soep, meer polissen, meer contracten, meer nieuwe heupen, meer trainingen, meer zwemabonnementen, meer mobieltjes, meer seizoenkaarten, meer bedrijventerreinen. Het is verkopen, verkopen en nog eens verkopen.
Op de muur in de hal van een IT-researchlaboratorium las ik een opmerkelijke tekst. “Maken is het makkelijke deel. Probeer het eens te verkopen.”
Het is een uitspraak waar ondernemers het warm van krijgen. Probeer het eens te verkopen!
Wat de status is van de verkoper, verschilt per cultuur en per bedrijfstak. Ik heb gewerkt in bedrijven waar ze helemaal onderaan de hiërarchie stonden, maar heb ook meegemaakt dat ze belangrijker waren dan de hoofddirectie!
Wie een contract van vele miljoenen binnenhaalt, die scoort natuurlijk op een andere manier dan wie de stofzuiger van de weekaanbieding verkoopt. In het eerste geval doe je dat overigens zelden in je eentje. In het tweede geval kun je het misschien drie keer op een dag. Het is maar een rekensom van aantallen en bedragen. Beide verkopers zijn de scorende spitsen van veel grotere teams, waarin iedereen een belangrijke rol heeft. Maar in beide gevallen moet iemand de bal over de lijn trappen. Zo niet, dan blijft het een beetje leuk rondspelen.
Bron: Verkoopkunst, Wim Aalbers (2008)